In geen enkel ander land ter wereld wordt zoveel drop gegeten als in Nederland. Waar buitenlanders vaak hun neus ophalen voor de uitgesproken smaak, grijpen Nederlanders massaal naar de bekende zakjes met zoete, zoute of salmiakdrop. Maar waar komt deze nationale liefde vandaan? En hoe is drop ooit begonnen als medicijn en uitgegroeid tot een onmisbaar onderdeel van de Nederlandse eetcultuur? In dit blog duiken we in de geschiedenis en verklaren we de fascinatie.

De oorsprong van drop: geneeskrachtige wortel

De wortels van drop gaan letterlijk terug naar de wortel van de zoethoutplant (Glycyrrhiza glabra). Deze plant groeit vooral in Zuid-Europa en West-Azië en stond al duizenden jaren bekend om zijn geneeskrachtige eigenschappen. In het oude Egypte werd zoethout gebruikt tegen keelpijn en maagklachten. Ook de Romeinen kauwden op stukjes zoethout om dorst te verdrijven tijdens lange marsen.

 

In de middeleeuwen verspreidde het gebruik van zoethout zich verder door Europa, met name in de vorm van afkooksels en drankjes. Pas in de 17e en 18e eeuw begonnen apothekers de zoethoutwortel te verwerken tot tabletten en pastilles, bedoeld als hoestonderdrukker en keelverzachter. De basis van wat wij nu als drop kennen was daarmee gelegd.

De opkomst van snoepdrop

Rond de 19e eeuw kwamen slimme apothekers op het idee om aan hun zoethouttabletten suiker en later ook gom toe te voegen. Dit maakte de pastilles niet alleen heilzaam, maar ook lekker. In Nederland ontstonden zo de eerste dropjes, die al snel populair werden buiten de apotheek om. Fabrikanten zoals Klene, Venco en Autodrop groeiden uit tot iconische namen die het Nederlandse dropassortiment steeds verder uitbreidden.

 

Van honingdrop tot muntdrop en van Engelse drop tot de beruchte zoute haringen: de variatie werd steeds groter, waardoor er voor iedere smaak wel een favoriet dropje te vinden was.

Waarom Nederlanders zo dol zijn op drop

Maar waarom juist in Nederland die massale liefde voor drop? Daar zijn verschillende culturele en historische redenen voor.

1. Traditie en gewoonte

Drop eten is in Nederland van generatie op generatie doorgegeven. Waar grootouders vroeger al drop kregen als tussendoortje of bij keelpijn, namen ouders dit automatisch over in de opvoeding van hun kinderen. Het hoort simpelweg bij de Nederlandse eetgewoonten, net zoals pindakaas op brood en hagelslag bij het ontbijt.

2. Beschikbaarheid en keuze

Nederland is een dropwalhalla. In vrijwel elke supermarkt, drogist en benzinestation zijn tientallen soorten drop te vinden. Die brede beschikbaarheid zorgt ervoor dat drop altijd binnen handbereik is. Daarnaast is de variatie groot: van mierzoet tot extreem zout, van zachte winegums tot harde kluifdrop. Voor iedereen is er wel iets te vinden dat precies bij zijn smaak past.

3. Smaakontwikkeling en gewenning

De zoute en bittere smaken in met name zoute drop zijn smaken waar je aan moet wennen. Wie ermee opgroeit, bouwt al jong een voorkeur op. Buitenlanders, die dit niet kennen, vinden de smaak vaak overweldigend of zelfs oneetbaar. Nederlanders daarentegen ervaren die uitgesproken smaken als vertrouwd en zelfs troostend.

4. Identiteit en trots

Drop is voor veel Nederlanders een symbool van nationale identiteit. Het hoort bij Nederland, net als kaas, tulpen en windmolens. Nederlanders nemen drop mee op vakantie, sturen het op naar vrienden in het buitenland en gebruiken het vaak als gespreksstarter: “Heb jij dit al eens geprobeerd?” Drop is daardoor niet alleen een snoepje, maar ook een stukje cultureel erfgoed.

Van lokaal fenomeen naar internationaal gespreksonderwerp

Hoewel Nederland de absolute koploper is als het gaat om dropconsumptie, is de populariteit in andere landen bescheidener. In Scandinavië, Duitsland en sommige delen van het Verenigd Koninkrijk vind je ook liefhebbers, maar in veel andere landen kijkt men verbaasd of zelfs huiverig naar dit zwarte snoepgoed. Video’s waarin buitenlanders voor het eerst zoute drop proberen, zijn dan ook populair op sociale media.

 

Toch proberen Nederlandse merken voorzichtig buitenlandse markten te veroveren. Denk aan suikervrije dropvarianten, drop met chocolade of biologische drop. Hiermee wordt ingespeeld op internationale trends en een groeiende interesse in bijzondere smaken.